Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [51]In dien dag zult gij in Mijn Naam bidden; en Ik [52]zeg u niet, dat Ik den Vader voor u bidden zal; 51. Namelijk na het ontvangen des Heiligen Geestes. 52. Dat is, Ik wil u daarmede niet alleen troosten, dat Ik den Vader voor u bidden zal; hetwelk Ik nochtans ook doen zal; Rom.8:34; 1 Joh.2:1.